AS Saint-Étienne

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
AS Saint-Étienne
Kampioensster
AS Saint-Étienne
AS Saint-Étienne
Naam Association Sportive
de Saint-Étienne
Bijnaam Les Verts (De Groenen)
Opgericht 1920
Stadion Stade Geoffroy-Guichard
Capaciteit 42.000 plaatsen
Voorzitter Vlag van Frankrijk Bernard Caïazzo
Eigenaar Cesse Foot (44%)
France Croissance Foot (44%)
Association ASSE (12%)
Trainer Vlag van Frankrijk Laurent Batlles
Begroting € 70 miljoen[1]
Competitie Ligue 2
Thuis
Uit
Alternatief
Geldig voor 2021/22
Portaal  Portaalicoon   Voetbal

Association Sportive de Saint-Étienne Loire (beter bekend als Saint-Étienne) is een Franse voetbalclub, opgericht in 1920 en uitkomend in de Ligue 2. De club speelt zijn thuiswedstrijden in Stade Geoffroy-Guichard.

Eind jaren 60 tot halverwege de jaren 70 behaalde de club zijn grootste successen, waaronder de winst van de Intertoto Cup en diverse landstitels. Ook werd in seizoen 1975/76 de Europacup I-finale gehaald, die met 1–0 werd verloren van Bayern München. Saint-Étienne won tien landstitels.

Geschiedenis[bewerken | brontekst bewerken]

Beginjaren[bewerken | brontekst bewerken]

Kort na de oprichting van de Franse voetbalbond op 9 april 1919 richtte het bedrijf Groupe Casino een sportafdeling op onder de naam Amicale des employés de la Société des magasins Casino. Naast voetbal werd er ook basketbal en atletiek beoefend. In 1920 besliste de voetbalbond dat er geen commerciële namen in een clubnaam mochten staan. Om de club de initialen ASC wilde behouden werd gekozen voor de nieuwe naam Amical Sporting Club. Zeven jaar later werd Pierre Guichard, zoon van Geoffroy Guichard, oprichter van Groupe Casino, voorzitter van de club. Amical Sporting Club fusioneerde met Stade Forézien Universitaire en nam de naam Association sportive stéphanoise aan.

In juli 1933 nam de club de naam Association Sportive de Saint-Étienne aan en werd professioneel. Saint-Étienne schreef zich in voor het kampioenschap van de tweede klasse in 1933/34 en werd vicekampioen achter Olympique Alès. Het volgende seizoen eindigde de club in de middenmoot, maar daarna streed AS weer mee voor de promotie, die eindelijk werd afgedwongen in 1938. De promotie bleef onzeker tot op de laatste speeldag. In de laatste wedstrijd tegen US Tourcoing stond het bij de rust 2–2, maar na de tweede helft stond het 7–2 en eindigde de club tweede in de stand achter Le Havre AC.

Jean Snella kwam over van Olympique Lillois om de club te versterken in de hoogste divisie en de club eindigde op de vierde plaats. Hierna brak de Tweede Wereldoorlog uit en het Franse kampioenschap werd in regionale reeksen gespeeld en geldt niet als officieel. De club had weinig succes in deze periode.

Gouden periode[bewerken | brontekst bewerken]

Na de oorlog ging Saint-Étienne opnieuw van start in de hoogste divisie en werd vicekampioen met één punt achterstand op fusieclub Lille OSC. De volgende seizoenen wisselde de club tussen een subtopplaats of een plaats in de middenmoot. Midden jaren vijftig ging het steeds beter met de club en in 1955 won de club zijn eerste trofee, de Coupe Charles Drago. In 1955/56 werd de club gedeeld derde, maar slechts op twee punten achterstand van kampioen OGC Nice. Het volgende seizoen werd de eerste landstitel binnen gehaald. Hierdoor mocht de club voor het eerst Europa in, maar de Glasgow Rangers schakelden de club meteen uit. In de competitie eindigde de club de volgende seizoenen in de middenmoot. In 1960 werd de finale van de beker bereikt en daarin verloor de club van AS Monaco. Na een vijfde plaats in 1960/61 degradeerde de club het volgende seizoen. Wel werd de beker gewonnen tegen FC Nancy en kon de club dus als tweedeklasser Europees spelen. In de achtste finales was 1. FC Nürnberg echter te sterk voor de club.

Na één seizoen promoveerde de club echter terug, samen met FC Nantes dat tot 2007 onafgebroken in de hoogste klasse zou blijven. Saint-Étienne verbaasde iedereen door als promovendus landskampioen te worden. Nog vreemder was dat Nantes de volgende twee titels voor zijn rekening nam. In 1967 loste Saint-Étienne Nantes af als kampioen en werd vier keer op rij landskampioen, waarvan ook twee keer de dubbel werd binnengehaald. Europees kon de club echter geen enkele keer verder dan de tweede ronde geraken. In 1968 en 1970 eindigde de club zelfs met elf punten voorsprong op de vicekampioen en in deze tijd telde een overwinning nog maar voor twee punten. Na een tweede plaats in 1970/71 moest de club twee seizoenen tevreden zijn met een plaats buiten het podium. Na een nieuwe titel in 1973/74 zette de club zich voor het eerst op de Europese kaart. Nadat eerst Sporting Portugal werd uitgeschakeld leek het Europees avontuur andermaal te eindigen in de tweede ronde na een 4–1 nederlaag tegen Hajduk Split, maar in de terugwedstrijd trok de club dit goed door met 5–1 te winnen. Ook tegen het Poolse Ruch Chorzów moest de club een nederlaag rechttrekken en in de halve finale moest de club uiteindelijk zijn meerdere erkennen in Bayern München, dat midden jaren zeventig de sterkste club van Europa was. Sinds de Europese finales van Stade de Reims in de begindagen van het Europese voetbal stonden de Franse clubs in de schaduw van die van de Spaanse, Portugese, Engelse, Duitse, Italiaanse en zelfs Nederlandse en Belgische. Deze goede prestatie van een Franse club werd als een uitschieter gezien.

Ook het volgende seizoen werd de landstitel binnen gehaald. In de Europacup won de club zijn vier eerste wedstrijden tegen de twee tegenstanders en stuitte dan op verzet van Sovjetclub Dynamo Kiev in de kwartfinale, maar kon uiteindelijk nog winnen. In de halve finale werd PSV Eindhoven opzij gezet en in de finale trof de club opnieuw het onoverwinnelijke Bayern München dat ook dit keer won. Na een nieuwe titel in 1975/76 werd de club uitgeschakeld in de kwartfinale van de Europacup door Liverpool FC, dat de volgende jaren het Europees voetbal zou domineren. In 1977 won de club voor de zesde en tot dusver laatste keer de Franse beker. Na enkele subtopplaatsen werd in 1980/81 de voorlopig laatste landstitel gewonnen. In de UEFA Cup-edities van 1980 en 1981 bereikte de club twee keer de kwartfinale en gaf onder andere voetballes aan grote clubs als PSV (6–0) en HSV (5–0). Het jaar na de laatste titel werd de club nog vicekampioen met een punt achterstand op Monaco. In de UEFA Cup werd de club door Bohemians Praag uitgeschakeld. Het zou nog meer dan twintig jaar duren vooraleer er opnieuw Europees gespeeld werd.

Donkere jaren en herstel[bewerken | brontekst bewerken]

In de competitie ging het snel bergaf en in 1983/84 degradeerde de club naar de Division 2. De club kon de afwezigheid bij de elite tot twee seizoenen beperken. In het tweede seizoen na de terugkeer werd de vierde plaats bereikt. Daarna zakte de club weg in de middenmoot. Les verts konden nog een keer in de top 10 eindigden voor een nieuwe degradatie wenkte in 1994/95. Uiteindelijk werd Saint-Étienne gered doordat Olympique Marseille niet mocht promoveren, maar het was slechts uitstel van executie: een jaar later degradeerde de club.

In de tweede klasse liep het niet vlot en in het eerste seizoen eindigde de club slechts twee punten boven de degradatiezone. Ook het volgende seizoen deed de club het niet goed maar in 1999 werd de titel behaald. De terugkeer bij de elite verliep bijzonder goed met een zesde plaats, maar de club moest het volgende seizoen opnieuw een stap terugzetten. Opnieuw kon de club na drie seizoenen terugkeren naar de hoogste klasse en werd daar zesde. Hierdoor kon de club deelnemen aan de Intertoto cup, maar werd daar in de tweede ronde uitgeschakeld door het Roemeense CFR Cluj. Na twee middenmootseizoenen werd de club in 2007/08 vijfde en plaatste zich zo voor de UEFA Cup. De club werd groepswinnaar in een groep met Valencia CF en schakelde in de derde ronde Olympiakos Piraeus uit. In de achtste finale kwam de club tegen Werder Bremen uit en verloor de heenwedstrijd met 0–1. De tweede wedstrijd eindigde in een 2–2 gelijkspel en zodoende was Saint-Étienne uitgeschakeld. Datzelfde seizoen presteerde Saint-Étienne zeer ondermaats en eindigde het slechts drie punten boven de degradatiestreep en klasseerde het als zeventiende. Ook het seizoen daarop eindigden ze als zeventiende, ditmaal met een uiteindelijke voorsprong van acht punten. Vanaf 2010 ging het beter. In het seizoen 2010/11 eindigde het namelijk als tiende en zette het de lijn naar boven voort door in 2012 als zevende te eindigen. In het seizoen 2012/13 eindigde de club op een knappe vijfde plaats, waardoor het in 2013/14 in de UEFA Europa League uitkwam. In de seizoenen 2014/15, 2015/16, 2016/17 en 2019/20 speelde de club opnieuw in de UEFA Europa League.

In 2022 eindigde de club derde laatste. De club speelde barrages tegen tweedeklasser AJ Auxerre en verloor deze na strafschoppen waardoor de club na achttien jaar opnieuw uit de hoogste klasse verdween.

Erelijst[bewerken | brontekst bewerken]

1957, 1964, 1967, 1968, 1969, 1970, 1974, 1975, 1976, 1981
1963, 1999, 2004
1962, 1968, 1970, 1974, 1975, 1977
2013
1957, 1962, 1967, 1968, 1969
  • Coupe Charles Drago (2x)
1955, 1958
1972 (groepswinnaar)

Eindklasseringen[bewerken | brontekst bewerken]

  • 1946 2e
    Division Nationale
  • 1947 11e
    Division Nationale
  • 1948 4e
    Division Nationale
  • 1949 8e
    Division Nationale
  • 1950 11e
    Division Nationale
  • 1951 7e
    Division Nationale
  • 1952 9e
    Division Nationale
  • 1953 11e
    Division Nationale
  • 1954 5e
    Division Nationale
  • 1955 7e
    Division Nationale
  • 1956 4e
    Division Nationale
  • 1957 1e
    Division Nationale
  • 1958 7e
    Division Nationale
  • 1959 6e
    Division Nationale
  • 1960 12e
    Division Nationale
  • 1961 5e
    Division Nationale
  • 1962 17e
    Division Nationale
  • 1963 1e
    Division Interrégionale
  • 1964 1e
    Division Nationale
  • 1965 7e
    Division Nationale
  • 1966 5e
    Division Nationale
  • 1967 1e
    Division Nationale
  • 1968 1e
    Division Nationale
  • 1969 1e
    Division Nationale
  • 1970 1e
    Division Nationale
  • 1971 2e
    Division Nationale
  • 1972 6e
    Division Nationale
  • 1973 4e
    Division 1
  • 1974 1e
    Division 1
  • 1975 1e
    Division 1
  • 1976 1e
    Division 1
  • 1977 5e
    Division 1
  • 1978 7e
    Division 1
  • 1979 3e
    Division 1
  • 1980 3e
    Division 1
  • 1981 1e
    Division 1
  • 1982 2e
    Division 1
  • 1983 14e
    Division 1
  • 1984 18e
    Division 1
  • 1985 2e
    Division 2
  • 1986 1e
    Division 2
  • 1987 16e
    Division 1
  • 1988 4e
    Division 1
  • 1989 14e
    Division 1
  • 1990 15e
    Division 1
  • 1991 13e
    Division 1
  • 1992 10e
    Division 1
  • 1993 7e
    Division 1
  • 1994 11e
    Division 1
  • 1995 18e
    Division 1
  • 1996 19e
    Division 1
  • 1997 17e
    Division 2
  • 1998 17e
    Division 2
  • 1999 1e
    Division 2
  • 2000 6e
    Division 1
  • 2001 17e
    Division 1
  • 2002 13e
    Division 2
  • 2003 9e
    Ligue 2
  • 2004 1e
    Ligue 2
  • 2005 6e
    Ligue 1
  • 2006 13e
    Ligue 1
  • 2007 11e
    Ligue 1
  • 2008 5e
    Ligue 1
  • 2009 17e
    Ligue 1
  • 2010 17e
    Ligue 1
  • 2011 10e
    Ligue 1
  • 2012 7e
    Ligue 1
  • 2013 5e
    Ligue 1
  • 2014 4e
    Ligue 1
  • 2015 5e
    Ligue 1
  • 2016 6e
    Ligue 1
  • 2017 8e
    Ligue 1
  • 2018 7e
    Ligue 1
  • 2019 4e
    Ligue 1
  • 2020 17e
    Ligue 1
  • 2021 11e
    Ligue 1
  • 2022 18e
    Ligue 1
  • 2023 8e
    Ligue 2
  • Niveau 1
  • Niveau 2
Seizoen Clubs Divisie Duels Winst Gelijk Verlies Doelsaldo Punten Tsch
2012–2013 5 20 Ligue 1 38 16 15 7 60–32 63 22.966
2013–2014 4 20 Ligue 1 38 20 9 9 56–34 69 30.595
2014–2015 5 20 Ligue 1 38 19 12 7 51–30 68 32.256
2015–2016 6 20 Ligue 1 38 17 7 14 42–37 58 30.328
2016–2017 8 20 Ligue 1 38 12 14 12 41–42 50 25.803
2017–2018 7 20 Ligue 1 38 15 10 13 47–50 55 28.142
2018–2019 4 20 Ligue 1 38 19 9 10 59–41 66 28.400
2019–2020 17 20 Ligue 1 28[2] 8 6 14 29–45 30 24.326
2020–2021 11 20 Ligue 1 38 12 10 16 42–54 46 --
2021–2022 18 20 Ligue 1 38 7 11 20 42–77 32 21.806

AS Saint-Étienne in Europa[bewerken | brontekst bewerken]

Zie Lijst van Europese wedstrijden van AS Saint-Étienne voor het hoofdartikel over dit onderwerp.

Saint-Étienne speelt sinds 1957 in diverse Europese competities. Hieronder staan de competities en in welke seizoenen de club deelnam:

1957/58, 1964/65, 1967/68, 1968/69, 1969/70, 1970/71, 1974/75, 1975/76, 1976/77, 1981/82
2013/14, 2014/15, 2015/16, 2016/17, 2019/20
1962/63, 1977/78
1971/72, 1979/80, 1980/81, 1982/83, 2008/09
2005

Clubcultuur[bewerken | brontekst bewerken]

Supporters[bewerken | brontekst bewerken]

Tijdens de uitwedstrijd bij Auxerre.

AS Saint-Étienne staat er om bekend enkele fanatieke supporterskernen te hebben. De club maakt een groot deel uit van de lokale cultuur en beïnvloedt het leven van veel huishoudens in Frankrijk. Het waren de arbeiders die in de jaren '60 en '70 de club groot maakten. De arbeidersclub van voorheen geniet tegenwoordig bekendheid als een van de grootste Franse volksclub met de Kop Stéphanois als bloedfanatieke aanhang. Het Stade Geoffroy-Guichard verandert dan ook met regelmaat in De groene heksenketel, waardoor de bezoekende club door de intimidatie onder grote druk gezet wordt en de thuisclub een overwinning of een gelijkspel uit het vuur kan slepen.

Rivalen[bewerken | brontekst bewerken]

De grote aartsrivaal van AS Saint-Étienne is Olympique Lyonnais. Wedstrijden tussen beide clubs staan bekend als de Derby du Rhône en geldt als een van de interessantste derby's van Frankrijk. Dat komt grotendeels door de achtergrond van de wedstrijd en clubs. Beiden komen uit de regio Auvergne-Rhône-Alpes en kennen een grote populariteit. Door deze rivaliteit zijn er in het verleden vaak rellen geweest.

Bekende (oud-)spelers[bewerken | brontekst bewerken]

Vlag van Gabon Pierre-Emerick Aubameyang
Zie de lijst van spelers van AS Saint-Étienne voor een opsomming van spelers die uitkwamen voor de club.
Fransen
 
Argentijnen
Belgen
Duitsers
Joegoslaven
Kameroeners
Nederlanders
 
Overig

Trainer-coaches[bewerken | brontekst bewerken]

Van Tot Naam D W G V
14.12.2021 Vlag van Frankrijk Pascal Dupraz
04.10.2019 05.12.2021 Vlag van Frankrijk Claude Puel
06.06.2019 04.10.2019 Vlag van Frankrijk Ghislain Printant
20.12.2017 30.06.2019 Vlag van Frankrijk Jean-Louis Gasset
15.11.2017 19.12.2017 Vlag van Frankrijk Julien Sablé
15.06.2017 15.11.2017 Vlag van Spanje Óscar García
16.12.2009 30.06.2017 Vlag van Frankrijk Christophe Galtier
12.11.2008 15.12.2009 Vlag van Frankrijk Alain Perrin
01.07.2007 11.11.2008 Vlag van Frankrijk Laurent Roussey
22.05.2006 30.06.2007 Vlag van Tsjechië Ivan Hašek
01.07.2004 30.04.2006 Vlag van Frankrijk Elie Baup
16.10.2001 30.06.2004 Vlag van Frankrijk Frédéric Antonetti
05.01.2001 30.06.2001 Vlag van Frankrijk Rudi García
05.01.2001 30.06.2001 Vlag van Frankrijk Jean-Guy Wallemme
01.10.2000 31.12.2000 Vlag van Wales John Toshack
01.07.1998 30.09.2000 Vlag van Frankrijk Robert Nouzaret
01.07.1996 30.06.1997 Vlag van Frankrijk Pierre Mankowski
01.07.1995 30.06.1996 Vlag van Frankrijk Dominique Bathenay
01.07.1994 28.02.1996 Vlag van Frankrijk Elie Baup
01.07.1992 30.06.1994 Vlag van Frankrijk Jacques Santini
01.07.1990 30.06.1992 Vlag van Frankrijk Christian Sarramagna
01.07.1987 30.06.1990 Vlag van Frankrijk Robert Herbin
01.07.1984 30.06.1987 Vlag van Polen Henryk Kasperczak
01.07.1972 28.02.1983 Vlag van Frankrijk Robert Herbin
01.07.1967 30.06.1972 Vlag van Frankrijk Albert Batteux
01.10.1963 30.06.1967 Vlag van Frankrijk Jean Snella
15.03.1962 30.06.1963 Vlag van Frankrijk François Wicart
01.07.1961 30.06.1962 Vlag van Frankrijk Henri Guérin
16.11.1960 30.06.1961 Vlag van Frankrijk François Wicart
01.07.1950 30.06.1959 Vlag van Frankrijk Jean Snella

Externe link[bewerken | brontekst bewerken]

Zie de categorie AS Saint-Étienne van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.