Naamloos door Pepijn | Scholieren.com

Naamloos door Pepijn Lanen

Zeker Weten Goed
Foto van Luna
Boekcover Naamloos
Shadow
Zeker Weten Goed

Boekcover Naamloos
Shadow
Naamloos door Pepijn Lanen
Shadow

Oefenen voor je mondelingen?

Komen je mondelingen er aan en wil je oefenen? Probeer onze Boekenquiz. We stellen je open vragen over de gelezen boeken.

ADVERTENTIE
Nieuw seizoen Studententijd de podcast!

Studenten Joes, Tess en Annemoon zijn terug en bespreken alles wat jij wilt weten over het studentenleven. Ze hebben het onder andere over lentekriebels, studeren, backpacken, porno kijken, datediners, overthinken, break-ups en nog veel meer. Vanaf nu te luisteren via Spotify en andere podcast-apps! 

Luister nu

Feitelijke gegevens

  • 1e druk, 2019
  • 141 pagina's
  • Uitgeverij: Noordhoff Uitgevers (Grote Lijsters)

Flaptekst

‘Het begint met dat ik me mijn naam niet meer kan herinneren.’ Zo opent Naamloos, de debuutroman van Pepijn Lanen waarin we een aantal weken uit het leven van een naamloze jongeman volgen. Een dertiger die tussen twee banen in zit en tijdelijk verblijft in een nihilistisch appartement van een vriend. Een rustperiode. Tot hij op een ochtend wakker wordt, en zich realiseert dat hij geen idee heeft hoe hij heet.

Eerste zin

Het begint met dat ik me mijn naam niet meer kan herinneren.

Samenvatting

Het verhaal begint op dag 7: een tweeëndertigjarige man uit Amsterdam wordt wakker en kan zijn naam niet meer herinneren. Hij kijkt in de spiegel en voelt zich vervreemd. Hij zoekt meteen afleiding door onder de douche te gaan, daarna voelt hij zich weer als herboren, maar dan komt hij weer tot de pijnlijke realisatie.

Dan gaan we terug in de tijd, naar dag 1. De man wordt wakker in het huis van iemand anders. Als hij naar zijn broek graait, blijkt zijn broekzak leeg te zijn. Hij is z'n telefoon kwijt, en ook zijn tas met zijn laptop en paspoort. Zijn pinpas heeft hij nog wel. Hij voelt zich heel ellendig en gefrustreerd. Hij is de avond ervoor uitgegaan en nu is hij brak. Toch besluit hij naar buiten te gaan, naar de supermarkt en de snackbar. Hij voelt zich zo slecht dat hij spijt heeft van al het zuipen, en besluit minstens een maand te stoppen met drinken.

De volgende dag voelt hij zich nog steeds brak. Hij droomt over een 'betere ik' die het goed voor elkaar heeft, als een 'alcoholvrije god'. Hij realiseert zich dat hij met zichzelf aan de slag moet. Hij besluit te beginnen met hardlopen. Maar nadat hij terugkomt, doet hij weer niks. Hij vindt het niet erg, want hij denkt: 'Eindstand ben en blijf ik een domme lul'. Hij denkt na over zijn vorige werk op kantoor. Nu heeft hij een nieuw baantje gevonden. Zijn laatste werkdag viel samen met een borrel, waar hij flink heeft zitten zuipen en eten en er daarna snel tussenuit is geknepen.

Zijn nieuwe baan zou hem een e-mail sturen, maar nu hij geen computer heeft, kan hij die ook niet ontvangen. Bijna al zijn bezittingen zijn kwijt. Toch maakt hij zich klaar voor een nieuwe dag. Hij besluit nieuwe spullen te kopen bij de drogist en de Bijenkorf, waar hij ook gaat eten.

Op dag 4 gaat hij weer hardlopen en douchen. Hij voelt zich een digitale-communicatie-kluizenaar. Omdat hij toch niets te doen heeft, kijkt hij maar een beetje uit het raam. Hij leest ook wat in De Gebroeders Karamazov van Dostojevski. Hij heeft zin om vanalles te gaan doen, er zijn allerlei mogelijkheden.

De volgende dag wordt de man wakker met pijn, alsof hij weer een alcoholkater heeft. Hij bedenkt zich dat hij al dagenlang een 'warme deken van Niets' over zich heen heeft, maar hij vindt het niet zo erg. Hiervoor heeft hij al een heel wild leven gehad, met alcohol en drugs. Hij komt tot de conclusie dat alcohol zijn leven domineert. Intussen zit hij nog steeds in het appartement van iemand anders, met allemaal spullen die niet van hem zijn. Hij gaat even naar buiten om te pinnen en vlucht daarna weer naar het veilige appartement. Onderweg komt hij een coffeeshop/internetcafé tegen, waar hij zijn e-mail wil lezen, maar in plaats daarvan bestelt hij online een pizza.

Op dag 6 wordt hij wakker in een pizzageur. Hij gaat weer sporten, het zorgt ervoor dat hij niet meteen weer naar de fles grijpt. Tijdens het hardlopen begint hij zich beter te voelen. Hij is blij dat hij niet meer in het 'repetitieve net' van het werkende leven zit, dat bepaald wordt door arbeid en verdoving. Hij voelt zich nu slechts een toeschouwer van de wereld, zelf draagt hij er niet aan bij. Dan gaat hij naar de kroeg, drinkt een cola en kijkt een beetje rond.

Het verhaal gaat terug in de tijd, naar een uitgaansavond. Hij is in z'n eentje uit, om te 'drinken en oesteren'. Hij viert dat hij tijdelijk niet aan het werk hoeft. In een café drinkt hij een gin-tonic en krijgt hij drugs aangeboden van een man. Ze drinken shotjes en het wordt een typische uitgaansnacht vol gesnik, geschreeuw, gelach en muziek.

Het verhaal maakt weer een sprong naar dag 7, de dag waarop de man zijn naam niet meer weet. Het gaat fysiek slecht met hem, hij is bang dat hij een paniekaanval heeft. Hij probeert zijn naam te achterhalen door zijn pinpas te bekijken, maar dan blijkt dat de naam op het pasje onleesbaar is geworden. Er wordt aangebeld bij het appartement, er is een pakketje voor ene Berend. De naamloze man identificeert zich even met hem.

Op dag 8 wordt de man wakker na een nacht in dromenland. Als hij op het punt staat naar buiten te gaan, valt hij van de trap. Hij denkt aan hoe dit vroeger ook weleens is gebeurd in een dronken bui. Zonder alcohol is zijn fysieke gesteldheid flink verbeterd. Hij gaat theezakjes kopen in de supermarkt, het hele ritueel wordt beschreven. Daarna gaat hij naar het café om thee te drinken. Hij gaat naar de wc, waar hij nadenkt over zijn verloren identiteit en een hele existentiële crisis krijgt. Eenmaal buiten gaat het weer beter. Hij gaat ook naar een pannenkoekenrestaurant. 

Op dag 9 wordt hij 's nachts gillend wakker. Hij vergelijkt zichzelf met een 'holenmens'. Hij valt weer in slaap en als hij wakker wordt, denkt hij dat het al laat op de dag is. Hij is zijn tijdsbesef kwijt. Hij blijft maar piekeren over zijn naamloosheid. Wat voor plaats is er in de realiteit voor een man zonder naam? Later vindt hij echter weer de mentale rust. Hij denkt na over zijn nieuwe, toekomstige baan en het keurslijf van het kantoorleven. Later, in de badkamer, schrikt hij van een beweging die hij waarneemt in de spiegel, en hij valt op de badkamervloer. Dan besluit hij naar de bank te gaan, waar hij zijn bankgegevens probeert te achterhalen. Maar die mogen ze hem niet geven zonder identificatie. 

Op dag 10 heeft hij weer een existentiële crisis. Hij besluit naar Utrecht te gaan met de trein: hier komt hij vandaan. Hij hoopt dat het teruggaan naar de plek van zijn kindertijd een 'koude douche voor de psyche' gaat zijn. Toch begint hij zich later af te vragen wat hij eigenlijk denkt te vinden daar. In de vijftien jaar sinds zijn vertrek is hij er nauwelijks nog geweest. Eenmaal in Utrecht merkt hij op dat alles is veranderd. Hij raakt gelijk gedesoriënteerd. Hij belandt in Hoog Catharijne, een onoverzichtelijke plek waar hij in paniek van raakt. Hij gaat weer naar het station om de trein terug te nemen. Zijn angstaanval ebt weer weg. 

Op dag 11 denkt de man na over de laatste keer dat hij met een vrouw samen was en hij raakt seksueel gefrustreerd. 's Avonds 'is het seksgordijn in zijn hoofd' weer opgetrokken. Hij is een uitsmijter gaan eten in Amsterdam en naar een peepshow gegaan. Dat viel echter flink tegen.

Op dag 12 denkt hij terug aan zijn middelbareschooltijd, toen hij voor het eerst alcohol dronk. Je kon toen makkelijk aan alcohol komen. Hij moest toen ook voor het eerst kotsen van de rode wijn. In zijn studententijd begon het zuipen pas echt. Er begon een alcoholverslaving, alles was leuk met alcohol op. In het heden drinkt hij weer thee. Hij vraagt zich af of zijn leven op deze manier aan hem voorbij zal gaan. Hij denkt aan wat de holenmens vroeger deed om vertier op te zoeken.

Op dag 13 vraagt hij zich af of het misschien zo kan zijn dat iedereen z'n naam kwijt is, als een straf van ene god omdat iedereen altijd zo met identiteit bezig is. Hij begrijpt alleen maar minder van het leven. Vroeger was hij altijd bezig met plezier en zuipen, om de verplichtingen van zijn leven te vergeten. De man zit intussen al bijna twee weken in het vreemde appartement en zijn oude leven voelt ver weg.

Op dag 14 droomt hij dat hij in de supermarkt een pot pindakaas laat vallen en een grote ravage veroorzaakt. De volgende dag gaat hij echt naar de supermarkt en denkt aan hoe pindakaas vroeger 'zijn hele leven' was. Hij kan zich nog maar weinig herinneren van zijn kindertijd. 

Het verhaal gaat terug naar dag -1. Hij is wakker geworden in een vreemd huis na een feest. Hij heeft allemaal gemiste oproepen. Dan bedenkt hij zich dat hij vandaag de sleutels voor zijn interimwoning zou krijgen. Hij spoedt zich naar de afspraak en neemt de sleutels mee. In de avond gaat hij weer aan de drank en drugs. Een meisje geeft hem een pil en roept allerlei existentiële dingen, zoals: 'Wat weet jij van de achterkant van de ziel?' Het jaagt de man angst aan. Hij vlucht naar de wc, waar hij moet kotsen en z'n telefoon in de wc laat vallen.

Dan is het weer dag 15. De naamloze man gaat nog een keer naar Utrecht. Opnieuw ziet hij dat Utrecht totaal veranderd is. Hij herkent zijn verleden niet meer. Toen maakte hij vanalles mee, maar de stad ziet er nu saai uit. Alle huizen lijken op elkaar. Hij gaat terug naar Amsterdam en hoort plots een stem tussen de treinstoelen door. Het is een meisje dat vraagt of het wel goed gaat met hem. 

Op dag 16 wordt hij wakker bij het meisje dat hij in de trein heeft ontmoet. Hij dacht haar al te kennen van de avond in Paradiso, hij denkt dat zij allerlei 'paranoïde bedreigingen' naar z'n hoofd gooide. Hij beschuldigde haar in de trein van het afnemen van zijn identiteit en werd woest. Het meisje wist echter van niets, en heeft hem meegenomen naar haar huis. Lopend door de stad zoende het meisje hem opeens. Ze woont op een woonzolder, waar ze de naamloze man heeft uitgenodigd. Hier hebben ze seks. Ze komen elkaars naam niet te weten, want het meisje wil niet zeggen hoe ze heet. Overdag gaat de man weer weg.

Op dag 17 voelt de man zich dolgelukkig, hij is verliefd op het meisje. Hij voelt zich vervreemd van iedereen om zich heen, maar aan haar blijft hij maar denken.

Op dag 18 gaat hij weer hardlopen, er volgt een lange routebeschrijving. Hij besluit daarna aan te bellen bij het naamloze meisje. Hij gaat de trap op naar de woonzolder. Meteen stort hij zich weer op haar, maar hij krijgt geen erectie doordat hij net al zijn energie heeft gebruikt voor het hardlopen. De man huilt uit bij het meisje.

Op dag 19 is hij weer wakker geworden bij haar. Hij heeft aan het meisje geprobeerd uit te leggen dat hij z'n naam niet meer weet. Het meisje bedenkt een nieuwe naam voor hem, 'Brinta', maar dat vindt hij belachelijk. Ze gaan naar een café, waar de man haar uitlegt waarom hij dacht dat zij zijn ziel had afgepakt. Ze komen tot de conclusie dat de man weer verder met z'n leven moet, ondanks zijn naamloosheid. Samen wandelen ze door Amsterdam, en eindigen ze weer in bed.

Op dag 20 heeft het meisje tosti's gemaakt en is de man nog verliefder op haar. Ze hebben weer seks. Dan klinkt de deurbel, maar het meisje heeft geen zin om open te doen. Dus duiken ze weer in bed.

Op dag 21 fantaseren ze over een vakantie met z'n tweeën. Daarna praten ze kort over het nieuwe werk van de man, maar het meisje zegt dat hij net zo goed nog wat langer kan 'meegaan met de stroom'. Ze luisteren muziek en buiten is het gaan sneeuwen. Ze bekijken de stad door het raam.

Op dag 22 geeft de naamloze man toe dat hij verliefd is op het naamloze meisje. Zij is ook op hem. Het meisje is elke dag 'weer iemand anders', zegt ze. Ze bedenkt ook verschillende namen voor de man. Samen gaan ze op het dak liggen en vergeten ze de wereld. Het meisje belooft hem dat ze morgen zijn naam terug zullen vinden.

Op dag 23 zit het meisje 's ochtends achterop de fiets bij de man. Het is koud; het meisje heeft een jas voor hem gestolen. Ze fietsen langs allemaal bedrijven en gaan ook langs zijn oude werkplek. Hij herkent hier echter niets, is helemaal vervreemd van zijn oude leven. Later gaan ze een pand binnen, het meisje zegt dat de man daar werkt. De vrouw achter de receptie vraagt hem op welke afdeling hij werkt, maar daar hij weet hij geen antwoord op. Het naamloze meisje gooit een bekertje water in het gezicht van de receptioniste en rent samen met de man weer naar buiten. 

Op dag 24 denkt de man dat hij moet gaan kijken bij het appartement waar hij tijdelijk verbleef. Zou het er nog wel staan? De sleutel zit echter in de zak van een broek die bij het meisje ligt. Hij gaat naar het meisje, maar haalt daar niet de sleutel, hij verdwijnt weer in zijn verliefdheid.

Op dag 25 denkt hij terug aan de periode dat hij alcoholverslaafd was. Het had een effect op zijn lichaam. Later begon hij daarbij ook drugs te gebruiken. Hij wordt zich steeds bewuster van de invloed die drank en drugs hebben gehad op zijn leven. 

Op dag 26 gaat de zoektocht naar zijn naam verder, het meisje zoekt allerlei namen op in een telefoongids. De man wordt ook nieuwsgierig naar haar naam, zegt hij. Het meisje wordt hierop echter boos, ze zegt: 'Het feit dat ik niet wil zeggen hoe ik heet, betekent niet dat ik geen leven heb!' Volgens het meisje doen hun namen er helemaal niet toe, want ze kunnen ook gewoon versmelten met elkaar zonder dat ze elkaars naam weten. Het eindigt in een ruzie.

Op dag 27 slaapt de man weer in zijn tijdelijke appartement, omdat hij ruzie had met het meisje. Hij kan haar niet berichten, want hij heeft geen telefoon. Dan schrikt hij op van stemmen in het huis en wil hij snel het huis uit. Het lukt hem om ongezien naar buiten te gaan. Het gevaar is geweken, de man besluit naar een hotel te gaan. Als hij gaat pinnen, wordt zijn pinpas ingeslikt door de pinautomaat. Nu heeft hij echt niets meer. Hij gaat terug naar de woning van het naamloze meisje, vindt haar sleutel onder een bloempot en gaat naar binnen.

Op dag 28 wordt duidelijk dat het meisje niet thuis was. Hij voelt zich een beetje een indringer in haar huis. Hij gaat op het dak liggen en kruipt later in haar bed. Er is een kat door het raam naar binnen geklommen. 's Ochtends wordt hij in zijn eentje wakker. De dag gaat rustig voorbij, hij wacht op de thuiskomst van het meisje. 's Avonds besluit hij maar eten te gaan halen, een pizza. Als hij weer teruggaat is het meisje er nog steeds niet, alleen de kat is er.

Op dag 29 is hij nog steeds alleen op de woonzolder. Hij mist het meisje en probeert afleiding te zoeken. Hij gaat weer op het dak liggen, in de zon. De geur van het meisje lijkt uit de kamer te trekken en de naamloze man heeft het gevoel dat hij in een wachtkamer is.

Op dag 30 gaat hij douchen, waarna hij zich weer een beetje mens voelt. Hij heeft al een maand niet gedronken. Hij gaat naar buiten, het sneeuwt. Met zijn laatste geld koopt hij een fles champagne en laat het mooi inpakken. Op een bankje gaat hij naar de sneeuw zitten kijken. Hij heeft geen idee hoeveel tijd er verstrijkt. Eenmaal binnen warmt hij weer op. Opeens is het meisje ook weer terug. De naamloze man heeft champagne ingeschonken voor hen beiden. Het meisje vraagt hem of hij morgen niet moet werken, ze brengt hem terug in de realiteit. Ook fluistert ze haar naam in zijn oor.

Dit verslag gaat verder na deze boodschap.

Verder lezen
Gids Eindexamens

Alles wat je moet weten over de eindexamens

Personages

De naamloze man

De hoofdpersoon is een man die zich zijn naam niet meer kan herinneren. Daarnaast is hij nog veel meer andere dingen over zichzelf vergeten. Het is een tweeëndertigjarige man die uit Utrecht komt, maar nu in Amsterdam woont. Vroeger had hij een heel losbandig leven, vol drank en drugs en wilde avonden uit. Hij besluit nu om een maand niet te drinken, maar plots wordt hij wakker en weet hij zijn naam niet meer. De man heeft door het boek heen steeds existentiële crises en zijn gedachten gaan alle kanten op. Hij verliest zijn besef van tijd en heeft een erg nihilistische kijk op het leven.

Het naamloze meisje

Het andere personage in het verhaal is een naamloos meisje. Ze heeft grote donkere ogen en donker haar en draagt steeds een andere kimono. De hoofdpersoon ontmoet haar in de trein en denkt eerst nog dat zij zijn identiteit van hem heeft afgenomen, maar hij gaat wel mee naar haar huis. Later worden ze verliefd op elkaar. Het meisje gedraagt zich geheimzinnig, ze wil haar naam niet zeggen. Ze lijkt ook wat onaangepast, zo steelt ze op een dag een jas voor de naamloze man. Verder kom je als lezer weinig over haar te weten, ze bestaat vooral als een mooi, mysterieus meisje.

Quotes

"Als een ring van Saturnus cirkelen mijn bezittingen ver buiten mijn bereik om me heen. De brokstukken van een oud leven die nooit meer deel uit zullen maken van Planeet Ik, maar zich er toch toe aangetrokken blijven voelen. Daar loopt de analogie een beetje spaak, maar evengoed mijmer ik nog een poosje verder over de semi-planetaire ring." Bladzijde 19
"Ik heb weleens ergens gelezen dat de hersenen elke keer dat men zich iets wenst te herinneren, die herinnering vanaf nul opnieuw op moeten bouwen. Het is niet iets wat men een keer meemaakt en dan permanent met zich meedraagt. Feitelijk is elke herinnering alleen maar een herinnering van de vorige herinnering aan die herinnering." Bladzijde 44
"Heb ik nog bestaansrecht als ik zelf niet meer met zekerheid kan zeggen hoe men mij bij officiële gelegenheden moet aanspreken? Ik trakteer mezelf op de conclusie dat ik van de automatismen aan elkaar hang. Mijn pincode is een patroon geprogrammeerd in de vingers van mijn rechterhand. In- en uitademen volgt elkaar logischerwijs op. Het feit dat het me zo bezighoudt bevestigt voor mij dat het belangrijk voor me is. Dat ik weet wie ik ben." Bladzijde 46
"Gesprekken opgestookt met gestolen bourbon en eerste pogingen om tabak in een sigaret te laten veranderen, en even eindeloos als het diepe zwart van de ruimte waar we naar staarden, en de nacht zelf, die ons opslokte en met het opkomen van de zon weer uitspuugde en achterliet met grauwe wallen en opgezwollen ogen. Zo oneindig zou het nooit meer smaken later, hoezeer ik ook mijn best deed." Bladzijde 78
"Terug in haar boezem. Terug in haar. Wat een feest zou dat zijn. Alle andere waanzinnigheden in mijn hoofd en de warboel van een leven lijken lichtjaren ver weg. Stuk voor stuk roepen ze om aandacht en trekken ze aan de achterkant van mijn gedachten. Ze willen me het moeras weer in. Een wit licht houdt me in stase tussen te drek en het hemelse in. De naamloze man, in hongerschap gevangen door zijn eigen hoofd." Bladzijde 90
"Ik zou die ideale wereld met blote voeten tegemoet rennen. Voor een glimp van haar. Een schilfer. Een splinter. Tot blaren aan toe. Het zou niet eens een ideale wereld hoeven zijn. Een andere wereld." Bladzijde 133

Thematiek

Identiteitsverlies

De hoofdpersoon raakt zijn eigen naam kwijt, maar dat niet alleen: hij is ook zijn spullen kwijt en langzamerhand vervliegen steeds meer van zijn herinneringen. Hij is zijn identiteit kwijtgeraakt. De naamloze man denkt vaak na over wat identiteit inhoudt. Zonder identiteit betekent het leven niet veel, en daarom doet de man weinig meer dan eten, slapen, hardlopen, rondwandelen en mensen observeren. Hij voelt zich een toeschouwer van de wereld, zelf doet hij niet langer mee. Identiteitsloos zijn geeft hem ook verschillende existentiële crises. Hij vraagt zich af of hij nog wel bestaansrecht heeft.

Motieven

Existentiële crisis

Naast dat hij zich afvraagt of hij nog wel een plaats heeft binnen de samenleving, begint de naamloze man ook vragen te stellen over de hele zin van het bestaan. Hij ziet in dat alle 'regels' voor de realiteit, zoals het fenomeen 'tijd', ooit maar zijn bedacht door mensen. De man ziet het leven als het 'Grote Onbekende', waar hij niets van begrijpt. Ook voelt hij zich steeds verder weg van andere mensen, ze 'spreken zijn taal niet meer'. De naamloze man wordt geregeld angstig en paniekerig van zijn existentiële crises, maar hij beseft ook dat hij alles kan doen en laten wat hij wil in een betekenisloze wereld.

Kantoorleven

Het boek gaat ook over de monotone saaiheid van het kantoorleven. De naamloze man merkt op dat mensen hun leven allemaal hetzelfde inrichten, met een eentonige 9-5 baan doordeweeks en dan in het weekend helemaal losgaan om hier even aan te ontsnappen. Hij deed dit zelf ook. Ook ziet hij dat Utrecht helemaal veranderd is in een stad met nieuwbouw en veel bedrijven. Hij herkent de stad van zijn levendige jeugd er niet in terug.

Alcohol- en drugsmisbruik

De naamloze man heeft tot nu toe een wild leven gehad. Hij leerde al op de middelbare school de aantrekking van alcohol kennen, maar in zijn studententijd begon hij pas echt veel te drinken, en ook drugs te gebruiken. Hij voelde zich altijd geweldig als hij gedronken had. Nu besluit hij een maand lang niets te drinken. Maar dan raakt hij zijn identiteit kwijt, misschien wel omdat hij zich helemaal heeft verloren in het alcohol- en drugsmisbruik.

Verliefdheid

De man wordt verliefd op een meisje dat hij in de trein ontmoet, een naamloos meisje. Zij geeft weer wat zin aan zijn leven. Hij wil de hele tijd bij haar zijn. Het meisje helpt hem in zijn zoektocht naar zijn identiteit, zo bedenkt ze allemaal namen voor hem. Maar ze laat ook zien dat identiteit misschien wel niet zo belangrijk is: zelf wil ze ook haar naam niet zeggen en ze zegt dat ze 'iedere dag iemand anders' is. Ze leert de man om iets relaxter naar het leven te kijken.

Herinneringen

De naamloze man raakt steeds meer herinneringen kwijt en hij raakt daardoor steeds verder vervreemd van zichzelf. Hij reist terug naar Utrecht, waar hij vandaan komt, in de hoop weer herinneringen terug te halen.

Trivia

De auteur, Pepijn Lanen, is vooral bekend van de rapgroep De Jeugd van Tegenwoordig. Zijn artiestennaam is Faberyayo.

Lanen debuteerde in 2013 met de verhalenbundel 'Sjeumig'. 'Naamloos' is zijn debuutroman.

Titelverklaring

De titel Naamloos verwijst naar de naamloze hoofdpersoon. Hij wordt op een dag wakker en kan zich zijn naam niet meer herinneren; hij is hiermee een deel van zijn identiteit verloren. 

Structuur & perspectief

Naamloos bestaat uit veel hoofdstukken die verschillende dagen aanduiden. Het verhaal begint op 'Dag 7' en eindigt op 'Dag 30'. Af en toe wordt er terug of vooruit gegaan in de tijd, ook nog naar de tijd vóór dag 1 (dit is de dag waarop hij wakker wordt in het vreemde appartement). Onder 'samenvatting' is te lezen wat er op welke dag gebeurt. Verder is het boek niet opgedeeld in delen, maar er is wel een splitsing in het boek vanaf het moment dat de hoofdpersoon het naamloze meisje ontmoet. Het leven van de hoofdpersoon neemt dan een andere wending.

Het boek kent een ik-verteller, de naamloze hoofdpersoon. Je volgt het verhaal met hem mee, en komt als lezer niet meer te weten dan deze hoofdpersoon. Het perspectief van de naamloze man is erg wazig en chaotisch, zijn gedachten gaan namelijk alle kanten op en de man heeft vaak geen besef van gebeurtenissen of tijd: 'Mijn herinneringen beginnen op te raken. Te vervliegen. Te eroderen door de uitgestrekte leegte in mijn hoofd die ontstaan is sinds ik geen naam meer heb' (p. 70).

Decor

Het verhaal speelt zich vooral af in Amsterdam, bijvoorbeeld in het vreemde appartement waar de man verblijft, maar ook in cafés en restaurants in de stad, en bij het naamloze meisje thuis. Ook spelen sommige hoofdstukken zich af in Utrecht. Dat het verhaal zich in de hoofdstad afspeelt, past het leven vol mogelijkheden dat de hoofdpersoon voor zich ziet. De man gaat naar Utrecht in de hoop daar een deel van zijn identiteit terug te vinden, en herinneringen aan zijn jeugd terug te halen. De stad is echter helemaal vernieuwd en dat zorgt alleen maar voor meer vervreemde gevoelens. De omgeving past dus bij zijn identiteitscrisis.

Het verhaal speelt zich af in de moderne tijd, misschien rond 2016 toen het boek voor het eerst is verschenen. Dit is te merken aan de beschrijving van de steden en bijvoorbeeld het gebruik van smartphones. Verder is ook het tijdverloop in het boek interessant: de hoofdpersoon heeft steeds geen besef van tijd. Hij wordt op rare tijdstippen wakker en heeft steeds geen idee hoeveel tijd er voorbij is gegaan. Hieruit blijkt zijn vervreemding tegenover de wereld. Er komen ook veel flashbacks en tijdsprongen voor.

Stijl

Het boek is een lange monologue interieur, omdat je steeds de gedachtenwereld van het naamloze hoofdpersonage volgt. De man is constant in verwarring, in hem is sprake van een 'monoloog die maar innerlijk blijft en in rondjes blijft redeneren' (p. 47). Hij heeft niet zoveel gesprekken met andere personages; tegen het einde, als hij het meisje ontmoet, komen iets meer dialogen voor. Pepijn Lanen schrijft heel uitbundig en gedetailleerd, met heel veel metaforen, bijvoorbeeld: 'Ik voel me een gorilla in een op maat gemaakte smoking met gouden manchetknopen. Rijker dan de koning en met het geluk van duizend naties. Breder dan een hele bibliotheek en met de liefde van mijn leven aan mijn armen' (p. 115). Lanen gebruikt creatieve en humoristische vergelijkingen om de gedachten van de hoofdpersoon te beschrijven, zoals: 'Ik voel me vandaag niet een lekkere warme vleeskroket maar meer een kipkerriesalade uit een iets te koude koelkast' (p. 132). Hiermee worden de zware onderwerpen die in het boek ook worden aangehaald, zoals alcoholverslaving, op een 'lichte' manier gepresenteerd. Er komen ook veel verwijzingen naar moderne cultuur voor.

Slotzin

En ze fluistert haar naam in mijn oor.

Beoordeling

Naamloos was niet helemaal mijn ding. Het boek zit vol met beeldspraak en het verhaal lijkt tegelijk nergens heen te gaan, waardoor ik het wat lastig vond om doorheen te komen. Ik had door dat veel metaforen grappig bedoeld waren, maar ik vond ze vaak juist wat te gezocht. De thematiek is best interessant (de vraag wat er gebeurt als je op een dag wakker wordt zonder dat je je kunt herinneren wie je bent), maar de uitwerking was me te vaag en nihilistisch. Toch zou ik het boek niet helemaal afraden: ik denk dat het goed leesbaar is voor iedere middelbare scholier en als de humor je ligt, zal het je zeker aanspreken. Het boek laat je ook nadenken over existentiële kwesties, zoals wat identiteit nou eigenlijk betekent.

Recensies

"Het miskleunen is doelbewust. Kijk hoe koddig en ironisch. Toch, wie dit werk door de zeef haalt, ziet dat er ook iets moois is overgebleven. Iets lichts, iets absurds, iets onnavolgbaars. Over dat talent is Lanen nog niet de baas. (Daniëlle Serdijn in De Volkskrant, 13 februari 2016)." https://www.volkskrant.nl...~b6926e70/
"Af en toe hoor je in Naamloos echo's van Remco Camperts vroege werk, maar er zijn toch verschillen. Onder de gewilde verwarring en grapjes gaat iets échts schuil. De waarschuwing tegen het al te vlotjes innemen van alcohol en drugs voelt gemeend. (Mark Cloostermans in De Standaard, 11 maart 2016)." https://m.standaard.be/cn...0_02175750
Je hebt nog 2 Zeker weten goed verslagen over.

Wil je onbeperkt toegang tot alle Zeker Weten Goed verslagen? Meld je dan aan bij Scholieren.com.

34.473 scholieren gingen je al voor!

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.

Andere verslagen van "Naamloos door Pepijn Lanen"

Ook geschreven door Luna