Oranje-aanvoerder Virgil van Dijk over kritiek: ‘De aanval op mijn persoon, dát triggerde me even’ | Het Parool
Direct naar artikelinhoud
Interview

Oranje-aanvoerder Virgil van Dijk over kritiek: ‘De aanval op mijn persoon, dát triggerde me even’

Vrijwel altijd was Virgil van Dijk (31) de onbetwiste, onomstreden leider van Oranje. Dit jaar krijgt de verdediger voor het eerst kritiek. ‘Ik kan juist heel goed tegen kritiek. Dat hoort er gewoon bij.’

Virgil van DijkBeeld ANP

Eigenlijk had hij helemaal niet moeten reageren, verzucht Virgil van Dijk deze zondagmiddag, op het terras van het spelershotel St. Regis. Maar de harde woorden van analist en oud-stervoetballer Marco van Basten, meteen na het zo moeizame gelijkspel tegen Ecuador (1-1), live bij de NOS; het verleidde de aanvoerder van Oranje even tot een felle kaats terug.

“Volgens mij is hij nooit echt positief, dus wat moet ik ermee?,” zei de Oranje-aanvoerder.

“Dat neem ik nu vooral mezelf kwalijk, eigenlijk,” zegt Van Dijk anderhalve dag later, minzaam glimlachend. “Ik moet daar boven staan. En dan kom ik na de wedstrijd terug in het hotel en dan denk ik: dat staat natuurlijk al op het AD. Prima, zo werkt dat. En los daarvan: ik kan juist heel goed tegen kritiek. Als je in de top speelt, krijg je voortdurend kritiek als het wat minder gaat. Ik weet niet beter. Hoort er gewoon bij.”

Doorgaans is hij nou juist de kalmte zelve. Van Dijk is de immer keurig formulerende aanvoerder, rustig sprekend, in vrijwel elke situatie, met dat typische bariton-timbre. Glimlachend: “Daarom. Had ik nu ook moeten doen.”

Het was ook niet zozeer de scepsis over zijn spel die Van Dijk verleidde tot zijn vinnige respons, zegt hij in retrospectief. “Het voelde ook een beetje als een aanval op mijn persoon, op mijn rol als leider,” aldus Van Dijk. “Dat vond ik op zo’n moment, zo kort na de wedstrijd, nou ja... dat triggerde mij gewoon. Ik ben ook maar een mens. Dat Van Basten zegt dat ik bij die tegengoal meer druk op de bal had moeten geven, dat ik te weinig deed? Prima. Dat zijn voetbalmomenten. Dat móét ook kritisch. Ik weet zelf heel goed wanneer ik een fout maak, of wanneer ik iets beter kan doen.”

Geweldige aanvoerder

De verdediger vertelde er al eerder over: hoe hij juist bij zijn rol als aanvoerder van Nederland een enorme verantwoordelijkheid voelt, zowel op het veld als daarbuiten. “Virgil is een fan-tas-tische aanvoerder,” zei bondscoach Louis van Gaal eerder deze week nog in Doha. “Hoe hij bezig is met het team: dat is gewoon geweldig.”

Maar was de kritiek van Van Basten óók niet onderdeel van een voetbal-inhoudelijke discussie? Gaat het er niet om dat Van Dijk juist ook aan de bal meer initiatief moet nemen, zoals hij dat bij Liverpool soms méér doet? Het middenveld in dribbelen, crosspasses versturen, sturen in balbezit. Vergelijkbaar met hoe aanvoerders annex centrumverdedigers zoals Frank Rijkaard, Ronald Koeman en Frank de Boer dat in het verleden vaak deden.

“Maar dat heeft ook met onze speelwijze te maken,” aldus Van Dijk, wijzend op de speelwijze van Oranje met drie centrumverdedigers. “Ik ben bij Oranje de middelste man. In de opbouw zijn de linker- en rechterverdediger misschien nog wel belangrijker. En terecht: Nathan Aké is linksbenig, Jurriën Timber is ook héél goed aan de bal. Ik heb in mijn rol vaak de spits voor me lopen – en ben het slot op de deur. Ik voel me daar heel comfortabel bij, echt waar, maar het is wél een iets andere rol.”

Virgil van Dijk en Nathan Aké onder druk in het duel met EcuadorBeeld EPA

De speelwijze is geen discussiepunt, benadrukt Van Dijk. Ook niet na de moeizame eerste twee WK-wedstrijden. “Nee, helemaal niet,” zegt de aanvoerder, die in beginsel nog wel eens sceptisch was over het afscheid van het aloude 4-3-3. Nu niet meer. “Omdat we in de afgelopen pakweg tien wedstrijden juist heel goed hebben gespeeld in deze formatie. In balbezit, in het druk zetten: dat ging vaak uitstekend, tegen niet de minste landen. Naar dat niveau moeten we terug – en snel.”

Want dat is wat in Qatar boven Oranje hangt: om enig aanspraak maken op een goed toernooiresultaat, móét vrijwel alles beter. Om te beginnen morgen, in de laatste groepswedstrijd tegen het al uitgeschakelde thuisland Qatar.

“Daar zijn we ons heel erg van bewust,” zegt Van Dijk. “Tactisch hebben we op de ochtend na Ecuador meteen een goede nabespreking gehad, maar óók op andere vlakken. Qua agressiviteit in de duels was het ook onvoldoende bij ons. Dat kan en mag nooit gebeuren. Wat ik ook een goed signaal vond: er kwam heel veel input van de spelers zelf, óók van de jongens die niet hadden gespeeld.”

Vraagt deze wat negatieve teneur om een ander soort leiderschap, als aanvoerder? Is het moeilijker nu?

Van Dijk: “Ja, dat denk ik wel. Het is zeker moeilijker. Maar het gevoel na Ecuador was ook wel echt interessant. Je hebt vier punten, je staat bovenaan en je hebt de moeilijkste twee tegenstanders gehad. En toch was iedereen teleurgesteld, wijzelf zeker. Dan is het de kunst om kritisch te zijn op elkaar, maar óók om positief te blijven. Kijk naar de andere landen op dit toernooi. Duitsland, Argentinië. Zo gemakkelijk is het allemaal niet op een WK. Je moet je óók realiseren dat we alles nog in eigen hand hebben. Ik probeer daar in de groep wel mijn rol in te pakken – en ik niet alleen. Het is ook juist mooi aan een WK dat het zo leeft, dat iedereen een mening heeft. Je moet daar als speler ook van genieten. En vertrouwen hebben in wat we kunnen.”

Na je dip bij Liverpool, begin dit seizoen, vertelde je dat topvoetbal mentaal soms zwaarder is dan mensen denken. Hoe bedoelde je dat?

“Ik bedoel dat mensen zich soms misschien niet realiseren hoeveel je als voetballer bezig bent met presteren. Elke seconde van de dag, echt waar. Elke dag opnieuw vraag je je af hoe het beter kan, wát je kunt doen om dingen om te draaien, kunt verbeteren. Ik doe dat althans wel – en vrijwel iedere speler op dit niveau volgens mij.”

Virgil van Dijk geeft Louis van Gaal een hand na het gelijkspel tegen EcuadorBeeld EPA

Wat doe je dan specifiek, om dat soort fases te doorbreken?

“Het helpt me soms om de dingen toch een beetje in perspectief te plaatsen. Om even wat meer tijd te nemen voor de kinderen, voor thuis. Ik ben ook maar gewoon een mens, hè. Ik heb ook gewoon een heel normaal leven. Het helpt dan om daar wat meer bij stil te staan. Om te beseffen dat het uiteindelijk ook maar gewoon een spelletje is. Maar de dip die we bij Liverpool hadden, na die wedstrijd tegen Napoli vooral (4-1 verlies in de Champions League, red.), was nog wel wat extremer, hè. Toen waren we écht heel slecht. We waren echt even onszelf niet. Ik ben ervan overtuigd dat we dinsdag tegen Qatar weer een heel goede wedstrijd kunnen spelen.”

Wie zijn de klootzakken in deze groep? Wie staan er dan op om elkaar eens goed de waarheid te vertellen?

“Dat zijn er genoeg, hoor. Marten de Roon, Memphis, Steven Berghuis, ikzelf, ook Andries Noppert; allemaal doen ze dat op hun eigen manier. Dat wij als groep op een goede manier met elkaar omgaan, als collectief, lijkt het misschien zo dat we elkaar niet de waarheid durven vertellen. Maar dat is zeker wél zo.”

Het geloof in de wereldtitel, vooraf zo nadrukkelijk uitgesproken door Van Gaal, is er volgens Van Dijk nog steeds. “En natuurlijk weten wij ook wel dat er eerst nog heel veel moet verbeteren. Maar moet je dan uitspreken dat je wel tevreden bent met een kwartfinale? We gaan ervoor, nog steeds. De toekomst zal uitwijzen of het haalbaar is. Maar dat wij als team veel beter kunnen, weet ik zeker.”