Het Nederlands elftal begint dinsdagavond met slechte statistieken aan het oefenduel met Duitsland in Frankfurt. Oranje speelde 45 keer tegen Duitsland en het toenmalige West-Duitsland. Twaalf van die ontmoetingen leverden een zege op en zestien liepen er fout af. De meeste onderlinge ontmoetingen (zeventien) eindigden in een gelijkspel.
Nederland leed op 7 juli 1974 de meest pijnlijke nederlaag tegen de Duitsers (2-1). Een snelle goal van Johan Neeskens in de WK-finale bracht Oranje dicht bij de wereldtitel. Maar daarna scoorden Paul Breitner en Gerd Müller voor de Duitsers in München. Nederland vierde op 21 juni 1988 de mooiste zege op Duitsland (2-1). Lothar Matthäus tekende voor de openingstreffer van de halve eindstrijd, maar vervolgens schoten Ronald Koeman en Marco van Basten de ploeg van bondscoach Rinus Michels naar de EK-finale.
Oranje won in 1988 de Europese titel in een tijd dat Nederland en Duitsland nog elkaars grootste rivalen waren. Duitsland schakelde Nederland (2-1) uit op het WK van 1990. Frank Rijkaard kreeg een rode kaart in die achtste finale nadat hij tweemaal naar Rudi Völler had gespuugd. Twee jaar later won Oranje van Duitsland (3-1) in de groepsfase van het EK van 1992, met dank aan treffers van Rijkaard, Rob Witschge en Dennis Bergkamp.
Het is op 7 juli vijftig jaar geleden dat Oranje de WK-finale van Duitsland verloor. Daarom heeft KNVB alle internationals van die selectie die nog in leven zijn uitgenodigd voor het oefenduel in Frankfurt. Dat zijn Arie Haan, Willem van Hanegem, Kees van Ierssel, Rinus Israël, Theo de Jong, René en Willy van de Kerkhof, Ruud Krol, Johan Neeskens, Johnny Rep, Wim Rijsbergen en Eddy Treijtel.
