Zaagblad
Serratula tinctoria
Deze plant is kaal. Zij heeft een korte, dikke wortelstok, waaruit vele rechtopstaande, vertakte stengels komen met rechtopstaande takken. De bladen zijn kleingezaagd, de wortelstandige langgesteeld, ongedeeld, eirond-Iangwerpig of met een paar zijblaadjes, de stengelbladen zijn zittend, liervormig geveerd tot veerspletig met lancetvormige zijblaadjes of slippen en eirond tot lancetvormig topblaadje (of slip), zeldzamer zijn zij ongedeeld.
De hoofdjes zijn klein, langwerpig-cilindrisch, 2-huizig, zij zijn bijna scherm-pluimvormig gerangschikt. Het omwindsel is langwerpig-eirond met aan de top violette omwindselbladen, de onderste zijn stekelpuntig. De algemeene bloembodem is gegroefd, met borstelige stroschubben bezet. De bloemen zijn purper-lila, alle gelijk. De helmdraden zijn ruw, zij hebben helmknopjes met ongedeelde, soms bijna ontbrekende staartjes. De vrucht is langwerpig-lancetvormig, samengedrukt, kaal, iets scheef ingeplant. De haarkroon bestaat uit getande haren, die in meer rijen staan, die van de binnenste rij is het langst, blijvend en valt ten slotte afzonderlijk af. 3-9 dm. Overblijvend. Juli-september.
De wortel bevat een gele kleurstof, die wel voor geel kleuren werd gebruikt.
Verspreiding in Europa en in Nederland
De plant komt in geheel Europa in weiden, bossen en op droge plaatsen voor, maar is bij ons zeer zeldzaam.
Serratula = van het Latijnse serratus: gezaagd, om de scherpgezaagde bladen.
tinctória = verf.
Blz. 432, deel 3 van de Flora van Nederland 1909-1911 (3 delen) door H. Heukels.
_ _
| Data | Aantal |
|---|---|
| Gebruiker | Waarnemingen |
|---|---|
