Zilt torkruid
Oenanthe lachenalii
De wortelstok van deze plant draagt bundels van verlengde knotsvormige vezels, waartussen ook rolronde voorkomen De stengel is meestal gevuld, zelden hol, vrij dun, zwakgegroefd, onbehaard, blauwgroen.
De onderste bladen zijn dubbelgeveerd, korter dan de niet holle steel, met eironde tot wigvormige, stompgekartelde blaadjes, de bovenste zijn enkel geveerd met lijnvormige blaadjes.
Het topscherm heeft 5-11 slanke stralen, de zijdelingse schermen zijn kleiner, onvruchtbaar. Het omwindsel is 4-6-bladig, maar ontbreekt soms. De kroonbladen zijn stralend, zij zijn vaak tot het midden 2-spletig. De stijlen zijn omstreeks zo lang als de helft van de vrucht. De vrucht is langwerpig, onder de kelkslippen ingesnoerd en naar de voet versmald. De groeven zijn smaller dan de hoofdribben. 5-6 dm. Juli-september.
Verspreiding in Europa en in Nederland
De plant komt op moerassige plaatsen in weiden naar de zeezijde voor in Midden- en Zuid-Europa en is bij ons vrij algemeen.
Oenánthe = van het Griekse oinè: wijnstok, anthè: bloem, omdat de geur van de bloem met die van de bloem van de wijnstok overeenkomt.
lachenalii = naar Werner de la Chenal, professor in plantkunde te Bazel, overleden in 1800.
Blz. 441, deel 2 van de Flora van Nederland 1909-1911 (3 delen) door H. Heukels.
| Data | Aantal |
|---|---|
| Gebruiker | Waarnemingen |
|---|---|
