Heeft mijn hond het koud?

Een hond kan van nature goed tegen de kou. Echter doordat wij ons huis op aangename temperatuur warm stoken beperken wij de aanmaak van de hondenvacht. Ook door het fokken kunnen sommige hondenrassen zich van nature moeilijker weerbaar maken tegen koude temperaturen. Houd je hond daarom bij koud weer ook goed in de gaten als je buiten loopt om te zien of hij tekenen van kou vertoond. Wellicht is je hond gebaat bij een lekkere, warme hondenjas.

Tekenen van kou

Je hond kan op verschillende manieren aangeven dat hij het koud heeft.

• Je hond kan gaan rillen
• Hij kan moeite krijgen met zijn ademhaling
• Je hond keert helemaal in zichzelf. Je kan dus moeilijk contact met hem leggen
• Hij kan een zwakke hartslag vertonen

Vertoont je hond 1 of meerdere van deze verschijnselen dan is het belangrijk om het goed in de gaten te houden. Wanneer de hond het tijdens het wandelen koud krijgt is dit niet direct levensbedreigend. Je wilt echter wel het risico op onderkoeling of bevriezingsverschijnselen voorkomen, wat je kunt doen door de hond extra te beschermen in de vorm van een hondenjas, sokken of schoentjes.

Kou in combinatie met nat

In de winter is er vaak een grote kans op neerslag in de vorm van regen of sneeuw. Dit soort neerslag kan er voor zorgen dat je hond erg nat wordt tijdens het wandelen, waardoor hij nog sneller afkoelt. Is je hond een echte zwemmer of waterrat dan is het ook verstandig om met deze lage temperaturen je hond niet te veel te laten zwemmen. Zeker in het water kan de kou voor plotselinge kramp of onderkoelingsverschijnselen zorgen waardoor je hond in diep water moeite kan hebben met zwemmen wat gevaarlijk kan zijn. Is je hond toch erg nat van bijvoorbeeld de regen of het zwemmen dan is het belangrijk om hem buiten zo goed mogelijk in beweging te houden. Hierdoor koelen de spieren minder snel af waardoor ze minder kans hebben om onderkoeld te raken. Zodra je thuis bent is het belangrijk om de hond goed droog te maken en geleidelijk te laten opwarmen in huis.

Sneeuw

Ga jij er toch lekker op uit met winters weer, zorg er dan voor dat je hond goed warm blijft en houdt hierbij ook zijn pootjes goed in de gaten. Veelal wordt er bij sneeuw vaseline op de pootjes gesmeerd, zodat je hond minder snel last krijgt van ijsklompjes. Vaak werkt dit nog beter als je de lange haren op zijn pootjes wegknipt. Deze haartjes zorgen er namelijk voor dat de sneeuw zich makkelijker kan vastklampen. Blijft je hond toch last houden ondanks deze voorzorgsmaatregelen kan je altijd nog uitkijken naar speciale hondenschoentjes. Zijn de poten van je hond ook erg behaard dan kan het fijn zijn om deze in te zwachtelen met zelfklevende bandages, hierdoor kunnen er geen sneeuwklompen aan de poten ontstaan en blijft de vacht schoon en droog.

Wat te doen bij onderkoeling?

Raakt je hond toch onderkoeld dan is het belangrijk om de dierenarts te contacteren zodat zij het beste advies kunnen geven op basis van de situatie. Het kan dan van pas komen om de temperatuur van je hond te meten. Dit kan je het beste rectaal met een digitale thermometer doen. De normale lichaamstemperatuur voor een hond ligt tussen de 38 °C en 39 °C.  Iets lager is niet meteen een probleem maar is zijn temperatuur 37.5 graden of lager dan spreken we duidelijk over onderkoeling.

Handelingen die je direct kan uitvoeren om de onderkoeling tegen te gaan zijn:

Stap 1: Breng de hond naar een warme omgeving zoals de woonkamer

Stap 2: Geef de hond wat suikerwater, dit mag lauw zijn

Stap 3: Indien nat, droog de hond goed af

Stap 4: Maak hem comfortabel met dekens

Stap 5: Bel de dierenarts

Wat je bij onderkoeling vooral niet moet doen is de hond te snel willen opwarmen. Een warm bad moet je dus zeker niet doen, een te groot temperatuurverschil in korte tijd kan lijden tot shock. De lichaamstemperatuur moet altijd geleidelijk omhoog gebracht worden.

Verschil in ras en leeftijd

De ene hond kan beter tegen de kou dan de andere hond. Dit heeft te maken met het verschil in ras en leeftijd. Honden waar je extra op moet letten tijdens de kou zijn:

• Puppy’s
• Oudere honden
• Honden met dunne vacht
• Kleinere hondenrassen
• Honden met slanke bouw

Puppy’s

Jonge honden zijn minder goed bestand tegen de kou omdat ze in tegenstelling tot een volwassen hond nog niet voorzien zijn van een goede vetlaag en vachtopbouw. Hierdoor verliezen ze sneller en gemakkelijker hun warmte waardoor ze meer risico lopen op onderkoeling.

Oude honden

Oudere honden hebben vaker problemen met het op peil houden van hun lichaamstemperatuur. Hierdoor koelen ze sneller af op het moment dat het buiten koud is. Ook bewegen deze honden vaak minder of minder soepel waardoor de spieren niet goed genoeg warm blijven tijdens het wandelen.

Honden met dunne vacht

De vacht van een hond is een goede isolatie. Heb je en hond met een dunnen vacht dan kunnen ze veel makkelijker warmte verliezen. Ze koelen hierdoor sneller af en hebben ook moeite met het vasthouden van de lichaamswarmte

Kleinere hondenrassen

Kleine hondenrassen zoals bijvoorbeeld de teckel,  jack russel en chihuahua hebben een hoge ‘oppervlakte-volume ratio’ Door hun kleine lichamen verliezen makkelijker hun warmte en koelen ze sneller af.