Lente 2024
Lente 2024 Foto: Wil Feijen

Fijne Pinksteren

Algemeen

Son en Breugels - Wat betekent Pinksteren eigenlijk? De naam ‘Pinksteren’ komt van het Griekse woord ‘pentèkostè’ wat vertaald wordt met: ‘vijftigste’. Pinksteren is de vijftigste en laatste dag van de Paastijd welke begint op Paaszondag: het hoogfeest van de verrijzenis van Jezus uit de doden. De Kerk viert met Pinksteren de voltooiing van de Paastijd doordat op deze dag de uitstorting van de heilige Geest plaatsvindt over de apostelen en Maria.

Gastredactie: Kapelaan Harold van Overbeek

Pinksteren is het feest van de ‘heilige Geest.’ De heilige Geest is ‘God zelf in Zijn werkzame kracht’ en kan ook worden gezien als de goddelijke liefdesband tussen God de Vader en zijn Zoon Jezus Christus. Vanuit deze goddelijke liefdesband heeft Jezus de Blijde Boodschap (evangelie) hier op aarde verkondigd en ook voorgeleefd. Oftewel: het leven van Jezus was helemaal vervuld van de heilige Geest.

Volgens het Evangelie van Johannes heeft Jezus aan zijn apostelen beloofd dat Hij hen de heilige Geest zal zenden wanneer Hij is teruggekeerd naar zijn Vader in de hemel. Deze Geest zal hen voor altijd met de Vader en met Jezus verbinden. In de Handelingen van de Apostelen lezen wij dat de heilige Geest inderdaad neerdaalt: “Toen de dag van Pinksteren aanbrak, waren zij (apostelen) allen op één plaats bijeen. Plotseling kwam er uit de hemel een geraas alsof er een hevige wind opstak, en het vulde heel het huis waar zij waren. Er verschenen hun vurige tongen, die zich verspreidden en zich op ieder van hen neerzetten. Zij raakten allen vol van de heilige Geest.”

(Handelingen 2, In de katholieke Traditie wordt het Pinkstergebeuren gezien als de geboorte van de Kerk. Door de kracht van de heilige Geest worden de apostelen geholpen om vrijmoedig getuigenis af te leggen van de Blijde Boodschap dat Jezus uit de doden is opgestaan en dat Hij de langverwachte ‘Messias’ is: ‘de Verlosser van de wereld’. Met Pinksteren presenteert de Kerk zich voor het eerst aan de wereld, te beginnen in Jeruzalem, het centrum van de Joodse godsdienst. In de periode daarna breidt de jonge Kerk zich steeds verder uit en wordt de ‘Blijde Boodschap’ verkondigd tot op de dag van vandaag.