Goed, kwaad en de intenties van Die Wilde Jagd. 'Ik geloof dat je die in de muziek terug kunt horen'

Die Wilde Jagd.

Die Wilde Jagd. Foto: Chana Mamoura

De muziek van Die Wilde Jagd kent verschillende betekenislagen. ,,Ik geloof dat je de intenties terug kunt horen.”

Lees meer over
Muziek

Sebastian Lee Philipp, de man achter Die Wilde Jagd, is een kind van vele landen. Hij woont in Berlijn, maar spreekt doodleuk Nederlands. Zijn moeder komt uit dit land, waar hij ook een tijd woonde – net als in Engeland. Hij werd geboren in Singapore, vandaar die tweede voornaam.

Zijn muziek trekt zich evenmin veel aan van stilistische grenzen. Elektronica is het leidend beginsel van zijn muziek, maar sinds enkele jaren zijn celliste Lih Qun Wong en drummer Ran Levari vaste waarden in zijn op pulserende golven drijvende, licht psychedelische en vaak bezwerende muziek – waarin zijn ijle stem en kraakheldere gitaarlijnen ook meeklinken.

En soms wordt dat palet onverwacht opgerekt. Op heavy festival Roadburn in Tilburg trad Die Wilde Jagd aan met het voltallige Metropole Orkest, voor het stuk Lux Tenera - A Rite To Joy . Een opdrachtcompositie, en Philipp zelf zag het ook niet aankomen.

Emotioneel, met orkest

,,Ik had niet durven dromen dat ik ooit nog eens zelf met zo’n orkest zou werken. Fantastisch dat zo’n festival dit soort ervaringen mogelijk maakt. Toen ik voor het eerst mijn muziek hoorde, gespeeld door al die instrumenten, met die dynamiek.... Dat was bijzonder emotioneel voor me.”

Philipp maakte al eerder een stuk speciaal voor Roadburn, opgebouwd rondom een installatie van eeuwenoude orgelpijpen. Aan Lux Tenera kwam een nog ouder instrument te pas: de carnyx , een meters hoog blaasinstrument met daarop een drakenkop, een instrument dat teruggaat tot de tijd van de oude Kelten.

,,Ik laat me graag inspireren door oude sprookjes, verhalen, mythen”, zegt Philipp. De naam Die Wilde Jagd verwijst al naar zo’n oude Germaanse mythe, over een bende spookachtige ruiters razend langs de nachtelijke hemel, onder leiding van god Wodan. ,,Ik zeg wel eens dat ik eeuwen te laat geboren ben, dat ik in die tijd muziek had moeten maken.”

Ook zijn laatste album Ophio stamt van zo’n oude mythe. Die titel komt van het Griekse woord ophis : slang.

„Die komt heel veel voor als symbool, in allerlei mythologieën”, zegt Philipp. „De slang die zijn huid aflegt. Dat vind ik een heel mooi symbool voor de mens, hoe we onszelf altijd weer transformeren, wat we moeten doen om de beste versies van onszelf te worden.”


Het laatste nummer heet Ouroboros – de slang die in zijn eigen staart bijt. „Dat vergelijk ik met een loop , een passage die een einde heeft en opnieuw begint. Dat element gebruik ik veel in mijn muziek. Repetitie, maar niet steeds exact hetzelfde. Er gebeuren dingen, modulaties, ontwikkeling. Hetzelfde, maar toch anders. Zodat je een soort verwachting creëert.”

‘De zangen van Maldoror’

Dat soort beelden spoken dan door zijn hoofd, als hij aan een stuk of een album werkt. Aan Lux Tenera lag, onder andere, het werk van de jong gestorven Franse dichter Isidore Ducasse (1846-1870) ten grondslag.

Onder de naam Comte de Lautréamont publiceerde die het groen-giftige Les chants de Maldoror , „een boek dat erg over het kwaad ging, het boze. Zo intensief, zo geweldig qua taal en inhoud!”

Voor zijn vroege dood werkte Ducasse nog aan Poésies , dat onder eigen naam verscheen. „Dat focust juist op het licht, het goede. Fascinerend vind ik dat. Die zoektocht naar het goede in het leven, de vreugde van het bestaan, probeer ik ook in mijn muziek uit te drukken.”

Zulke processen zijn belangrijk voor hem. „Dat is iets wat ik met die muziek wil zeggen. Ik geloof echt dat je zulke intenties terug kunt horen. Ik hoor het ook in andere muziek, als mensen iets uit hun ziel laten horen. Dan wordt het voor mij heel spannend, dan wordt het kunst.”

Die Wilde Jagd, optreden: 22 mei, Vera Groningen