Dynamisch en divers; Rhythm & Blues Night in de Groningse Oosterpoort (SPOT) - The Blues Alone?

Dynamisch en divers; Rhythm & Blues Night in de Groningse Oosterpoort (SPOT)

Een sfeerimpressie van de Rhythm & Blues Night in de SPOT (Oosterpoort) in Groningen op 11 Mei 2024. Een verslag van Ria Pronk met foto’s van Gerrie van Barneveld.

Het is de 32e editie van de Rhythm & Blues Night waarvoor wij naar Groningen reizen. Op het programma vandaag 20 acts die zich bewegen rond dit muzikale genre.

In de Grote Zaal is het aan Sean Webster en Erwin Java om het festival te openen. De samenwerking tussen Java en Webster ontstond toen zij beiden meewerkten aan de theatervoorstelling ‘The Sound of the Blues’. In de tijd dat de voorstelling stil lag, vanwege de coronapandemie, besloten zij een album op te nemen met eigen materiaal.

Dat materiaal wordt vanmiddag voor een gestaag vollopende Grote Zaal gespeeld. Het herkenbare gitaargeluid van Java vormt een indrukwekkende combinatie met de gruizige stem en het gitaarspel van Webster. Samen met een prima band, is dit kwaliteit van eigen bodem en een mooie appetizer voor wat komen gaat.

Chris Corcoran is gelijktijdig aan zijn set begonnen in de Entreehal. De man heeft twee Britse Blues Awards op zijn naam staan en wordt wel The Brit King of Jump Blues genoemd. Geflankeerd door drie blazers, bassist en drummer, weet hij een swingende, set neer te zetten. Een set zonder zang is even wennen maar de virtuoze gitarist heeft genoeg in huis om de aandacht vast te houden en de eerste dansers op de been te krijgen.

Barrelhouse vinden we in de Kleine Zaal. De band is bezig aan een afscheidstournee. Groot respect voor deze doorgewinterde muzikanten, die al jarenlang alle podia van Nederland langsgaan en nog altijd vrolijk hun blues de wereld insturen. Er wordt geput uit vele albums en het is fijn om vanmiddag repertoire uit de begintijd terug te horen. ‘It’s Only A Fool’ is inmiddels voor velen jeugdsentiment.

Als ik langs Jerry Leger & The Situation loop, hoor ik een mooie cover van een song van Hank Williams. Helaas heb ik niet veel tijd want ik ben op weg naar Ledfoot. Ik tref een uiterst excentrieke muzikant, met lang wit haar, diepe groeven in het gelaat en opvallende, indrukwekkende, tatoeages op het lichaam. Naast hem een tafeltje, waarop twee glazen rode wijn, twee flesjes water en een leesbril.

Ledfoot is de artiestennaam van Tim Scott McConnell, een Amerikaanse singer-songwriter en 12-snarige gitarist. Slide spelen op12 snaren zorgt voor een compleet eigen sound en dat gecombineerd met een stevig versterkte stompbox geeft de muziek iets onheilspellends. Ledfoot schrijft al zijn songs zelf en preekt over hel en verdoemenis. Hij grinnikt soms gevaarlijk en zoekt interactie met het publiek. Naast mij zingt een dame alle teksten van voor tot achter mee. ‘Better Than Bad’, ‘Coffin Nails’, het zijn duistere titels, maar eerlijk gezegd zou het mij niet verbazen als achter dat imago een gevoelige ziel schuilgaat.

Bettye LaVette laat in de volgelopen Grote Zaal op zich wachten. De grande dame, van 78 jaar oud, die altijd op het verkeerde tijdstip op de verkeerde plek is, las ik in het Dagblad van het Noorden. Toen LaVette bij Motown zat, had men daar meer oog voor Diana Ross en bij Atlantic zat het succes van Aretha Franklin haar in de weg. Toch ging zij altijd door met muziek maken.

Ik denk dat velen zich meer hadden voorgesteld van het optreden van Bettye LaVette, want de zaal stroomt na een paar nummers behoorlijk leeg. Er mist iets van bezieling. De band doet wat er verwacht wordt en LaVette zingt haar songs, haar stem is ongepolijst en soms scherp als een mes, maar het raakt niet echt en dat is jammer, want ik had haar een dolenthousiaste menigte gegund. Na ‘Let me Down Easy’, het nummer waaraan ze voor een groot deel haar succes te danken heeft, ga ik eens kijken waar iedereen gebleven is, want de keuze is op dat moment niet groot.

Bij Sugarmill Slim in de Entreehal is het afgeladen. De extravagante Sugarmill trakteert ons op power bluespunk. Met ontbloot bovenlijf en slechts gekleed in slip, jarretelgordel en netkousen, weet hij het publiek behoorlijk op te zwepen, met zijn stem, maar vooral met de bluesharp. Hier staan jonge honden, vol energie en levenslust. Al met al een prima band met een strakke ritmesectie.

De 26-jarige D.K. Harrell is de opkomende bluesartiest van dit moment en voorvechter voor het behoud van de traditionele blues. Deze man met zijn innemende lach en zijn forse postuur zie je niet snel over het hoofd. Speels en vrolijk is zijn presentatie en dat van zijn band. Swingende blazers maken het optreden tot een feestje. Geheel in de stijl van B.B. King volgen catchy bluesnummers en vliegt de tijd voorbij. We gaan vast meer van deze D.K. Harrell horen, want zijn carrière is nog maar net begonnen.

Elles Bailey treffen we in een min of meer akoestische opstelling. Vandaag is zij samen met gitarist Joe Wilkins en Demi Marriner in Groningen. Marriner maakt hier haar Nederlandse debuut en bewijst een prima zangeres te zijn. Samen met Elles Bailey vormt zij een geweldig zangduo. Jammer dat de kwaliteit van het geluid in de foyer niet zo geweldig is. We horen dit trio graag nog eens op een andere plek.

Kitty Liv (v/h van Kitty, Daisy & Lewis) is multi-instrumentalist, songwriter en producer. De uit Londen afkomstige Kitty, vertegenwoordigt een poppy, bluesy jazzy stijl, die wellicht weer een hele nieuwe generatie voorzichtig kan laten kennismaken met rhythm & blues. Ik vind het een hele fijne zangeres, met een goeie timing. Soms doet ze denken aan Amy Winehouse. Kitty Liv is op dit tijdstip een verfrissende opkikker.

Danny Vera neemt, in zijn roze pak, de plaats in van The War & Treaty, die bij nader inzien niet naar Groningen komen. Het podium in de Grote Zaal wordt omgetoverd tot een Vera-arena, compleet met spiegels. De instrumenten worden netjes uitgelijnd aan de achterkant van het podium, strak als de vetkuif van Danny Vera zelf. De zaal vult zich tot de nok. Het optreden kent een prachtige start, op een vrijwel donker podium.

Vera is van mening dat er te weinig rhythm & blues op de radio wordt gedraaid en teveel mainstream. Hij trekt het boetekleed aan, want hij is daar zelf ook debet aan. Vanavond zien we beide kanten van Danny Vera. Het is een uur lang genieten van rock & roll, country en blues. Vera zet een geweldige versie neer van ‘How The Dice Will Roll’. Bij ‘L.O.V.E’ gaan alle handen de lucht in, ook die van de stoere mannen. In een muisstille Grote Zaal, is daar dan ook nog het betekenisvolle ‘Roller Coaster’. Ik heb het publiek nooit eerder zo stil meegemaakt in deze zaal. Wat een muzikant en wat een band heeft deze man om zich heen. Een geoliede machine.

The Warner E. Hodges Band past helaas niet in mijn schema en Bab L’Bluz, kan mij niet boeien. En dat geldt niet alleen voor mij, want er staat slechts een handjevol mensen in de Kleine Zaal. Eddie 9V brengt ons een flink portie power blues, maar ik ben onderweg naar wat voor mij de openbaring van de avond wordt; Muireann Bradley.

Muireann Bradley, een 17-jarige, jonge vrouw uit Ierland, waarvan ik mij afvraag of ze ooit de oversteek naar het vasteland van Europa heeft gemaakt. Ik heb nog nooit van haar gehoord, maar zij schijnt de grote sensatie te zijn geweest in een show van Jools Holland rond oud & nieuw. Lang haar, lange bloemetjesjurk, verlegen; een meisje nog. Muireann speelt country blues, ragtime en folk en hanteert de fingerpicking techniek. Dat doet ze ongelooflijk goed.

Ze zingt daarbij zonder fratsen en kunsten, puur en ontroerend. Mississippi John Hurt, Robert Wilkins en Doc Watson krijgen een nieuw gezicht door Muireann Bradley. Groot applaus en gejuich vallen Muireann ten deel. Zij is er beduusd van en gaat onverstoorbaar door, ook als de soundcheck van de band in de aanpalende ruimte dwars door zoveel schoonheid buldert. Volgende keer toch maar even de deur dichtdoen.

Walter Trout is als vanouds, niet vernieuwend maar altijd goed. Het gitaarduel met zijn zoon John schudt de boel nog wat extra op.

In de late uurtjes moeten we de keus maken tussen Eli ‘Paperboy’ Reed, The Seatsniffers en de Gumbo Kings. Eli overtuigt mij niet op dit moment van de avond, dus zijn het The Seatsniffers uit België waarmee ik deze Rhythm & Blues Night afsluit. Ik moet wederom wennen aan het geluid in de foyer, waar het al snel een brij is. Als ik mijn plek heb gevonden, geniet ik van deze aanstekelijke feestblues.

Walter Broes met zijn broeierige gitaarspel, Piet de Houwer die de drums ervan langs geeft, Luc Houben die plukt aan de snaren van de contrabas of zijn leven ervan afhangt en Roel Jacobs, die zo ontzettend goed met de sax overweg kan. Er wordt gedanst en gedeind op rockabilly en ska. Een repertoire zonder ellenlange nummers en uitgesponnen solo’s, maar puntige muziek met een kop en een staart, waarmee de vaart er in de late uurtjes tot het eind in blijft.

Dank aan de Oosterpoort/SPOT voor deze mooie, afwisselende editie van de Rhythm & Blues Night. Voor ieder wat wils, voldoende te ontdekken en aantrekkelijk voor een breed publiek.

Geef hier uw commentaar